“kan niet – gebeurt wel”
- Jop Fackeldey
- 3 jun 2024
- 3 minuten om te lezen
Hoe krijgen we de energietransitie weer aan de gang. Het valt op tal van plaatsen te lezen: “de rijksoverheid neemt weer de regie”. Het kan soms nog erger “zo iets belangrijks als de energiestrategie kun je niet aan lokale partners overlaten”. Maar of dat nou de oplossing is….Een regisseur is “iemand die de verantwoordelijkheid neemt voor de wijze waarop een (dramatisch) werk wordt uitgevoerd.” Nou dat moet dus in ieder geval niet. Want dat uitvoeren, dat gebeurt op decentraal niveau. De wijze waarop kun je daar prima aan overlaten.
Tegelijkertijd snap ik dat het Rijk de energietransitie niet over de spreekwoordelijke schutting kan kieperen met de mededeling “red je er maar mee”. Want de energietransitie houdt zich niet aan gemeente, regio of provinciale grenzen. Het energienetwerk doet dat niet en energiebronnen doen dat ook niet. Bovendien: Niet alle problemen zijn vanuit de schaal van de wijk, stad of regio op te lossen en te verklaren. Maar ook niet alle problemen zijn vanuit nationale schaal op te lossen en te verklaren. Ieder probleem heeft zijn eigen schaal. Dus moet je schakelen tussen de schalen.

En dat kunnen we. Programma’s zoals Ruimte voor de Rivier en de Regionale Energie Strategieën laten dat zien. Dan is het spelletje eigenlijk heel simpel: het Rijk formuleert de nationale doelen, bakent het speelveld af, zorgt voor voldoende middelen (geld en kennis) en organiseert via wetgeving de bevoegdheden. Daarbinnen worden op het bij de opgave passende schaalniveaus afspraken gemaakt over de realisatie. Bij Ruimte voor de Rivier ging dat via realisatieovereenkomsten met decentrale realisatoren, bij de RES ging dat door decentraal opgestelde en vastgestelde RESsen). En uiteraard werden die afspraken getoetst aan centraal vastgestelde en democratisch bekrachtigde doelen en resultaten. Het hoe werd aan die actoren overgelaten.
Dat kan ook heel goed met de energietransitie. Natuurlijk is het versterken van het hoogspanningsnetwerk een nationale opgave. Dat geldt al weer minder voor de middenspanning en laagspanningsnetten – al zitten die wel aan elkaar vast. Ondertussen wordt in de RES-regio’s hard gewerkt aan het energiesysteem van morgen. En dan heb je het over energyhubs of energiegemeenschappen, waarbij energie wordt opgewekt, opgeslagen, gebruikt en gedeeld. En dat kun je niet centraal aansturen. Met warmte is er net zoiets aan de hand. Heel Nederland in 2050 “van het gas af”. Nationaal stel je de randvoorwaarden, bijvoorbeeld in de Wet Collectieve Warmte en zorg je als het goed is dat er middelen (geld en kennis) beschikbaar zijn. Maar de keuze waar voor collectieve en waar voor individuele warmteoplossingen gekozen wordt is aan de gemeenten. En is afhankelijk van de beschikbare bronnen. Waarbij overigens nog wel een verdelingsprobleem speelt, van wie is de warmte bijvoorbeeld ? Toch niet van de partij die toevallig het eerste mag boren naar die warmte? En hoe zorg je ervoor dat burgers ook echt collectief eigenaar worden van die bronnen ? Maar dat terzijde.
De oprichting van energyboards kan daarbij helpen: als buffer tussen Haagse Regiedwang en lokale inertie. Als daar tenminste alle spelers (overheden, netbeheerders, bedrijven, inwoners) aan tafel zitten en zo’n board het mandaat en de middelen krijgt om daadwerkelijk te sturen en te stimuleren. Dus geen papieren bestuurlijk excuusmechanisme, maar een innovatieve, energieke aanjager waar je energie van krijgt. Letterlijke en figuurlijk.
Hoe doen we dat in Flevoland. Het klinkt flauw, maar op zijn Flevolands. In een gebied met 1 provincie, 1 waterschap en 6 gemeenten zou je zeggen dat de schakelkring tamelijk overzichtelijk is. Dus hebben we Flevolandse Energie Agenda (FEA) . Een mooi platform waar kennis gedeeld wordt en partnerschappen gevonden. Of op het gebied van waterstof is er de samenwerking in de Flevoland Hydrogen Valley (FLHY). Een indrukwekkende lijst van bedrijven en instellingen die samenwerken. Overigens een initiatief waarvan de waarde ook door de minister onderkend wordt, zo blijkt uit de kamerbrief voortgang waterstofbeleid van 30 mei jl.
Maar daarvoor geldt wel dezelfde waarschuwing: praten is één, maar handelen is ……..waar het om gaat. Juist in Flevoland moeten en kunnen we laten zien hoe je een energyhub daadwerkelijk realiseert, hoe je een boerenerf vergroent of hoe je machines in de weg- en waterbouw elektrificeert. In theorie hebben we alles, veel windenergie, ruimte, pioniersmentaliteit….maar we lopen ook het risico om in praatcirkels rond te blijven draaien. En dat moet niet, juist hier niet. Ik hoop dat partijen snel een meldpunt “kan niet – gebeurt wel” openen, waarin doorbraken ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Waarin overheden voorbij hun regels kijken, ondernemers voorbij de financiële zekerheden en burgers (ook) energieondernemers worden. Wie neemt het initiatief ?
Comments